Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: baltsen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gebaltst

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik balts
jij baltst
hij baltst
wij baltsen
jullie baltsen
zij baltsen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gebaltst
jij hebt gebaltst
hij heeft gebaltst
wij hebben gebaltst
jullie hebben gebaltst
zij hebben gebaltst

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik baltste
jij baltste
hij baltste
wij baltsten
jullie baltsten
zij baltsten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gebaltst
jij had gebaltst
hij had gebaltst
wij hadden gebaltst
jullie hadden gebaltst
zij hadden gebaltst

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal baltsen
jij zult baltsen
hij zal baltsen
wij zullen baltsen
jullie zullen baltsen
zij zullen baltsen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gebaltst hebben
jij zult gebaltst hebben
hij zal gebaltst hebben
wij zullen gebaltst hebben
jullie zullen gebaltst hebben
zij zullen gebaltst hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou baltsen
jij zou baltsen
hij zou baltsen
wij zouden baltsen
jullie zouden baltsen
zij zouden baltsen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gebaltst hebben
jij zou gebaltst hebben
hij zou gebaltst hebben
wij zouden gebaltst hebben
jullie zouden gebaltst hebben
zij zouden gebaltst hebben

Gebiedende wijs
balts

Aanvoegende wijs
baltse

Voorbeelden

  1. Terwijl ze fanatiek baltsen, drijft de wolk richting land.
    Absorbed in their dance, the midge clouds drift towards land.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden