Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: backtracken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gebacktrackt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik backtrack
jij backtrackt
hij backtrackt
wij backtracken
jullie backtracken
zij backtracken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gebacktrackt
jij hebt gebacktrackt
hij heeft gebacktrackt
wij hebben gebacktrackt
jullie hebben gebacktrackt
zij hebben gebacktrackt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik backtrackte
jij backtrackte
hij backtrackte
wij backtrackten
jullie backtrackten
zij backtrackten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gebacktrackt
jij had gebacktrackt
hij had gebacktrackt
wij hadden gebacktrackt
jullie hadden gebacktrackt
zij hadden gebacktrackt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal backtracken
jij zult backtracken
hij zal backtracken
wij zullen backtracken
jullie zullen backtracken
zij zullen backtracken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gebacktrackt hebben
jij zult gebacktrackt hebben
hij zal gebacktrackt hebben
wij zullen gebacktrackt hebben
jullie zullen gebacktrackt hebben
zij zullen gebacktrackt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou backtracken
jij zou backtracken
hij zou backtracken
wij zouden backtracken
jullie zouden backtracken
zij zouden backtracken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gebacktrackt hebben
jij zou gebacktrackt hebben
hij zou gebacktrackt hebben
wij zouden gebacktrackt hebben
jullie zouden gebacktrackt hebben
zij zouden gebacktrackt hebben

Gebiedende wijs
backtrack

Aanvoegende wijs
backtracke

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden