NL: backcasten U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
| Voltooid deelwoord |
gebackcast
|
| Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik backcast jij backcast hij backcast wij backcasten jullie backcasten zij backcasten
|
| Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gebackcast jij hebt gebackcast hij heeft gebackcast wij hebben gebackcast jullie hebben gebackcast zij hebben gebackcast
|
| Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik backcastte jij backcastte hij backcastte wij backcastten jullie backcastten zij backcastten
|
| Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gebackcast jij had gebackcast hij had gebackcast wij hadden gebackcast jullie hadden gebackcast zij hadden gebackcast
|
| Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal backcasten jij zult backcasten hij zal backcasten wij zullen backcasten jullie zullen backcasten zij zullen backcasten
|
| Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gebackcast hebben jij zult gebackcast hebben hij zal gebackcast hebben wij zullen gebackcast hebben jullie zullen gebackcast hebben zij zullen gebackcast hebben
|
| Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou backcasten jij zou backcasten hij zou backcasten wij zouden backcasten jullie zouden backcasten zij zouden backcasten
|
| Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gebackcast hebben jij zou gebackcast hebben hij zou gebackcast hebben wij zouden gebackcast hebben jullie zouden gebackcast hebben zij zouden gebackcast hebben
|
| Gebiedende wijs |
backcast
|
| Aanvoegende wijs |
| backcaste |