Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: assureren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geassureerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik assureer
jij assureert
hij assureert
wij assureren
jullie assureren
zij assureren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geassureerd
jij hebt geassureerd
hij heeft geassureerd
wij hebben geassureerd
jullie hebben geassureerd
zij hebben geassureerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik assureerde
jij assureerde
hij assureerde
wij assureerden
jullie assureerden
zij assureerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geassureerd
jij had geassureerd
hij had geassureerd
wij hadden geassureerd
jullie hadden geassureerd
zij hadden geassureerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal assureren
jij zult assureren
hij zal assureren
wij zullen assureren
jullie zullen assureren
zij zullen assureren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geassureerd hebben
jij zult geassureerd hebben
hij zal geassureerd hebben
wij zullen geassureerd hebben
jullie zullen geassureerd hebben
zij zullen geassureerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou assureren
jij zou assureren
hij zou assureren
wij zouden assureren
jullie zouden assureren
zij zouden assureren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geassureerd hebben
jij zou geassureerd hebben
hij zou geassureerd hebben
wij zouden geassureerd hebben
jullie zouden geassureerd hebben
zij zouden geassureerd hebben

Gebiedende wijs
assureer

Aanvoegende wijs
assurere

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden