Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: assimileren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geassimileerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik assimileer
jij assimileert
hij assimileert
wij assimileren
jullie assimileren
zij assimileren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geassimileerd
jij hebt geassimileerd
hij heeft geassimileerd
wij hebben geassimileerd
jullie hebben geassimileerd
zij hebben geassimileerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik assimileerde
jij assimileerde
hij assimileerde
wij assimileerden
jullie assimileerden
zij assimileerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geassimileerd
jij had geassimileerd
hij had geassimileerd
wij hadden geassimileerd
jullie hadden geassimileerd
zij hadden geassimileerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal assimileren
jij zult assimileren
hij zal assimileren
wij zullen assimileren
jullie zullen assimileren
zij zullen assimileren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geassimileerd hebben
jij zult geassimileerd hebben
hij zal geassimileerd hebben
wij zullen geassimileerd hebben
jullie zullen geassimileerd hebben
zij zullen geassimileerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou assimileren
jij zou assimileren
hij zou assimileren
wij zouden assimileren
jullie zouden assimileren
zij zouden assimileren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geassimileerd hebben
jij zou geassimileerd hebben
hij zou geassimileerd hebben
wij zouden geassimileerd hebben
jullie zouden geassimileerd hebben
zij zouden geassimileerd hebben

Gebiedende wijs
assimileer

Aanvoegende wijs
assimilere

Voorbeelden

  1. Je zult nooit assimileren!
    You will never assimilate!
  2. Het zijn de termieten die assimileren.
    Are the termites that are assimilating.
  3. De Borg assimileren culturen, geen individuen.
    The Borg assimilate civilizations, not individuals.
  4. Ik ben in staat om haat te assimileren.
    I am able to assimilate hate.
  5. Ja, nou, dan moet u Probeer te assimileren, leider,
    Yeah, well, then you gotta Try to assimilate, chief,
  6. Ze dronk geen bloed, ze was het aan het assimileren.
    She wasn 't drinking blood, she was assimilating it.
  7. Welke software gebruik je voor te assimileren en cross-reference uitspraken?
    What software do you use to assimilate and cross-reference statements?
  8. Het hele bestaan van de Borg draait om het assimileren van technologie.
    The Borg 's existence centred around acquiring cultures and technology.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden