Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: aspireren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geaspireerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik aspireer
jij aspireert
hij aspireert
wij aspireren
jullie aspireren
zij aspireren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geaspireerd
jij hebt geaspireerd
hij heeft geaspireerd
wij hebben geaspireerd
jullie hebben geaspireerd
zij hebben geaspireerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik aspireerde
jij aspireerde
hij aspireerde
wij aspireerden
jullie aspireerden
zij aspireerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geaspireerd
jij had geaspireerd
hij had geaspireerd
wij hadden geaspireerd
jullie hadden geaspireerd
zij hadden geaspireerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal aspireren
jij zult aspireren
hij zal aspireren
wij zullen aspireren
jullie zullen aspireren
zij zullen aspireren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geaspireerd hebben
jij zult geaspireerd hebben
hij zal geaspireerd hebben
wij zullen geaspireerd hebben
jullie zullen geaspireerd hebben
zij zullen geaspireerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou aspireren
jij zou aspireren
hij zou aspireren
wij zouden aspireren
jullie zouden aspireren
zij zouden aspireren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geaspireerd hebben
jij zou geaspireerd hebben
hij zou geaspireerd hebben
wij zouden geaspireerd hebben
jullie zouden geaspireerd hebben
zij zouden geaspireerd hebben

Gebiedende wijs
aspireer

Aanvoegende wijs
aspirere

Voorbeelden

  1. Je gaat aspireren.
    You 're gonna aspirate.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden