Voorbeelden

1. Sir, I 'm simply trying to ascertain...
   Sir, ik probeer gewoon om na te gaan....
2. I must ascertain this for my investigation.
   Dat moet ik natrekken voor m' n onderzoek.
3. We 'll have to ascertain the whereabouts
   We moeten de plaats vast stellen
4. Probably attempting to ascertain why we are reversing.
   Ze vragen zich vast af waarom we achteruitgaan.
5. Should Lucado ascertain what we are doing here,
   Mocht Lucado nagaan wat we hier doen,
6. I can 't ascertain the cause of death.
   Ik kan hun doodsoorzaak niet vaststellen.
7. It 's possible I could ascertain their motives.
   Het is mogelijk dat ik hun motieven kan lezen.
8. This 's what we 're trying to ascertain.
   Dit is wat we proberen te onderzoeken.
9. You wish to ascertain if the risk is warranted?
   U wilt weten of het risico aanvaardbaar is?
10. So exact time of death was difficult to ascertain.
    Dus het moment van overlijden was moeilijk vast te stellen.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden

Duitse werkwoorden

Engelse werkwoorden

Franse werkwoorden

Spaanse werkwoorden