NL: aromatiseren U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
Voltooid deelwoord |
gearomatiseerd
|
Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik aromatiseer jij aromatiseert hij aromatiseert wij aromatiseren jullie aromatiseren zij aromatiseren
|
Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gearomatiseerd jij hebt gearomatiseerd hij heeft gearomatiseerd wij hebben gearomatiseerd jullie hebben gearomatiseerd zij hebben gearomatiseerd
|
Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik aromatiseerde jij aromatiseerde hij aromatiseerde wij aromatiseerden jullie aromatiseerden zij aromatiseerden
|
Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gearomatiseerd jij had gearomatiseerd hij had gearomatiseerd wij hadden gearomatiseerd jullie hadden gearomatiseerd zij hadden gearomatiseerd
|
Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal aromatiseren jij zult aromatiseren hij zal aromatiseren wij zullen aromatiseren jullie zullen aromatiseren zij zullen aromatiseren
|
Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gearomatiseerd hebben jij zult gearomatiseerd hebben hij zal gearomatiseerd hebben wij zullen gearomatiseerd hebben jullie zullen gearomatiseerd hebben zij zullen gearomatiseerd hebben
|
Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou aromatiseren jij zou aromatiseren hij zou aromatiseren wij zouden aromatiseren jullie zouden aromatiseren zij zouden aromatiseren
|
Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gearomatiseerd hebben jij zou gearomatiseerd hebben hij zou gearomatiseerd hebben wij zouden gearomatiseerd hebben jullie zouden gearomatiseerd hebben zij zouden gearomatiseerd hebben
|
Gebiedende wijs |
aromatiseer
|
Aanvoegende wijs |
aromatisere |