Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: arceren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gearceerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik arceer
jij arceert
hij arceert
wij arceren
jullie arceren
zij arceren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gearceerd
jij hebt gearceerd
hij heeft gearceerd
wij hebben gearceerd
jullie hebben gearceerd
zij hebben gearceerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik arceerde
jij arceerde
hij arceerde
wij arceerden
jullie arceerden
zij arceerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gearceerd
jij had gearceerd
hij had gearceerd
wij hadden gearceerd
jullie hadden gearceerd
zij hadden gearceerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal arceren
jij zult arceren
hij zal arceren
wij zullen arceren
jullie zullen arceren
zij zullen arceren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gearceerd hebben
jij zult gearceerd hebben
hij zal gearceerd hebben
wij zullen gearceerd hebben
jullie zullen gearceerd hebben
zij zullen gearceerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou arceren
jij zou arceren
hij zou arceren
wij zouden arceren
jullie zouden arceren
zij zouden arceren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gearceerd hebben
jij zou gearceerd hebben
hij zou gearceerd hebben
wij zouden gearceerd hebben
jullie zouden gearceerd hebben
zij zouden gearceerd hebben

Gebiedende wijs
arceer

Aanvoegende wijs
arcere

Voorbeelden

  1. Wat had arceren dan voor zin?
    Then what was the point of highlighting it?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden