Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: apporteren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geapporteerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik apporteer
jij apporteert
hij apporteert
wij apporteren
jullie apporteren
zij apporteren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geapporteerd
jij hebt geapporteerd
hij heeft geapporteerd
wij hebben geapporteerd
jullie hebben geapporteerd
zij hebben geapporteerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik apporteerde
jij apporteerde
hij apporteerde
wij apporteerden
jullie apporteerden
zij apporteerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geapporteerd
jij had geapporteerd
hij had geapporteerd
wij hadden geapporteerd
jullie hadden geapporteerd
zij hadden geapporteerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal apporteren
jij zult apporteren
hij zal apporteren
wij zullen apporteren
jullie zullen apporteren
zij zullen apporteren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geapporteerd hebben
jij zult geapporteerd hebben
hij zal geapporteerd hebben
wij zullen geapporteerd hebben
jullie zullen geapporteerd hebben
zij zullen geapporteerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou apporteren
jij zou apporteren
hij zou apporteren
wij zouden apporteren
jullie zouden apporteren
zij zouden apporteren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geapporteerd hebben
jij zou geapporteerd hebben
hij zou geapporteerd hebben
wij zouden geapporteerd hebben
jullie zouden geapporteerd hebben
zij zouden geapporteerd hebben

Gebiedende wijs
apporteer

Aanvoegende wijs
apportere

Voorbeelden

  1. Apporteer even een ventilator, als je wil?
    Fetch me a fan, would ya? All right.
  2. En heb je ooit geprobeerd een kat te leren apporteren?
    And did you ever try to get a cat to fetch?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden