NL: anodiseren U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
Voltooid deelwoord |
geanodiseerd
|
Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik anodiseer jij anodiseert hij anodiseert wij anodiseren jullie anodiseren zij anodiseren
|
Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb geanodiseerd jij hebt geanodiseerd hij heeft geanodiseerd wij hebben geanodiseerd jullie hebben geanodiseerd zij hebben geanodiseerd
|
Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik anodiseerde jij anodiseerde hij anodiseerde wij anodiseerden jullie anodiseerden zij anodiseerden
|
Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had geanodiseerd jij had geanodiseerd hij had geanodiseerd wij hadden geanodiseerd jullie hadden geanodiseerd zij hadden geanodiseerd
|
Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal anodiseren jij zult anodiseren hij zal anodiseren wij zullen anodiseren jullie zullen anodiseren zij zullen anodiseren
|
Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal geanodiseerd hebben jij zult geanodiseerd hebben hij zal geanodiseerd hebben wij zullen geanodiseerd hebben jullie zullen geanodiseerd hebben zij zullen geanodiseerd hebben
|
Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou anodiseren jij zou anodiseren hij zou anodiseren wij zouden anodiseren jullie zouden anodiseren zij zouden anodiseren
|
Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou geanodiseerd hebben jij zou geanodiseerd hebben hij zou geanodiseerd hebben wij zouden geanodiseerd hebben jullie zouden geanodiseerd hebben zij zouden geanodiseerd hebben
|
Gebiedende wijs |
anodiseer
|
Aanvoegende wijs |
anodisere |