Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: annuleren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geannuleerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik annuleer
jij annuleert
hij annuleert
wij annuleren
jullie annuleren
zij annuleren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geannuleerd
jij hebt geannuleerd
hij heeft geannuleerd
wij hebben geannuleerd
jullie hebben geannuleerd
zij hebben geannuleerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik annuleerde
jij annuleerde
hij annuleerde
wij annuleerden
jullie annuleerden
zij annuleerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geannuleerd
jij had geannuleerd
hij had geannuleerd
wij hadden geannuleerd
jullie hadden geannuleerd
zij hadden geannuleerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal annuleren
jij zult annuleren
hij zal annuleren
wij zullen annuleren
jullie zullen annuleren
zij zullen annuleren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geannuleerd hebben
jij zult geannuleerd hebben
hij zal geannuleerd hebben
wij zullen geannuleerd hebben
jullie zullen geannuleerd hebben
zij zullen geannuleerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou annuleren
jij zou annuleren
hij zou annuleren
wij zouden annuleren
jullie zouden annuleren
zij zouden annuleren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geannuleerd hebben
jij zou geannuleerd hebben
hij zou geannuleerd hebben
wij zouden geannuleerd hebben
jullie zouden geannuleerd hebben
zij zouden geannuleerd hebben

Gebiedende wijs
annuleer

Aanvoegende wijs
annulere

Voorbeelden

  1. Annuleer Marineland.
    Cancel Marine Land.
  2. Annuleer de steekspelen.
    Cancel the jousts.
  3. Annuleer mijn afspraken.
    Cancel all my appointments.
  4. Annuleer mijn afspraken.
    Cancel my appointments.
  5. Annuleer je vlucht.
    Cancel your flight.
  6. Annuleer' t alarm.
    Eighty-six the alarm.
  7. Annuleer het niet.
    Don 't cancel it.
  8. Annuleer het verzoek.
    Cancel the request.
  9. Annuleer de overloping.
    Cancel the run-through.
  10. Annuleer die transactie.
    Cancel that transaction.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden