Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: amplificeren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geamplificeerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik amplificeer
jij amplificeert
hij amplificeert
wij amplificeren
jullie amplificeren
zij amplificeren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geamplificeerd
jij hebt geamplificeerd
hij heeft geamplificeerd
wij hebben geamplificeerd
jullie hebben geamplificeerd
zij hebben geamplificeerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik amplificeerde
jij amplificeerde
hij amplificeerde
wij amplificeerden
jullie amplificeerden
zij amplificeerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geamplificeerd
jij had geamplificeerd
hij had geamplificeerd
wij hadden geamplificeerd
jullie hadden geamplificeerd
zij hadden geamplificeerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal amplificeren
jij zult amplificeren
hij zal amplificeren
wij zullen amplificeren
jullie zullen amplificeren
zij zullen amplificeren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geamplificeerd hebben
jij zult geamplificeerd hebben
hij zal geamplificeerd hebben
wij zullen geamplificeerd hebben
jullie zullen geamplificeerd hebben
zij zullen geamplificeerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou amplificeren
jij zou amplificeren
hij zou amplificeren
wij zouden amplificeren
jullie zouden amplificeren
zij zouden amplificeren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geamplificeerd hebben
jij zou geamplificeerd hebben
hij zou geamplificeerd hebben
wij zouden geamplificeerd hebben
jullie zouden geamplificeerd hebben
zij zouden geamplificeerd hebben

Gebiedende wijs
amplificeer

Aanvoegende wijs
amplificere

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden