Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: alluderen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gealludeerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik alludeer
jij alludeert
hij alludeert
wij alluderen
jullie alluderen
zij alluderen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gealludeerd
jij hebt gealludeerd
hij heeft gealludeerd
wij hebben gealludeerd
jullie hebben gealludeerd
zij hebben gealludeerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik alludeerde
jij alludeerde
hij alludeerde
wij alludeerden
jullie alludeerden
zij alludeerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gealludeerd
jij had gealludeerd
hij had gealludeerd
wij hadden gealludeerd
jullie hadden gealludeerd
zij hadden gealludeerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal alluderen
jij zult alluderen
hij zal alluderen
wij zullen alluderen
jullie zullen alluderen
zij zullen alluderen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gealludeerd hebben
jij zult gealludeerd hebben
hij zal gealludeerd hebben
wij zullen gealludeerd hebben
jullie zullen gealludeerd hebben
zij zullen gealludeerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou alluderen
jij zou alluderen
hij zou alluderen
wij zouden alluderen
jullie zouden alluderen
zij zouden alluderen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gealludeerd hebben
jij zou gealludeerd hebben
hij zou gealludeerd hebben
wij zouden gealludeerd hebben
jullie zouden gealludeerd hebben
zij zouden gealludeerd hebben

Gebiedende wijs
alludeer

Aanvoegende wijs
alludere

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden