NL: allitereren
U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
| Voltooid deelwoord |
geallittereerd
|
| Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik allittereer
jij allittereert
hij allittereert
wij allitereren
jullie allitereren
zij allitereren
|
| Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb geallittereerd
jij hebt geallittereerd
hij heeft geallittereerd
wij hebben geallittereerd
jullie hebben geallittereerd
zij hebben geallittereerd
|
| Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik allittereerde
jij allittereerde
hij allittereerde
wij allittereerden
jullie allittereerden
zij allittereerden
|
| Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had geallittereerd
jij had geallittereerd
hij had geallittereerd
wij hadden geallittereerd
jullie hadden geallittereerd
zij hadden geallittereerd
|
| Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal allitereren
jij zult allitereren
hij zal allitereren
wij zullen allitereren
jullie zullen allitereren
zij zullen allitereren
|
| Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal geallittereerd hebben
jij zult geallittereerd hebben
hij zal geallittereerd hebben
wij zullen geallittereerd hebben
jullie zullen geallittereerd hebben
zij zullen geallittereerd hebben
|
| Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou allitereren
jij zou allitereren
hij zou allitereren
wij zouden allitereren
jullie zouden allitereren
zij zouden allitereren
|
| Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou geallittereerd hebben
jij zou geallittereerd hebben
hij zou geallittereerd hebben
wij zouden geallittereerd hebben
jullie zouden geallittereerd hebben
zij zouden geallittereerd hebben
|
| Gebiedende wijs |
allittereer
|
| Aanvoegende wijs |
| alliterere |
Nederlandse werkwoorden
Duitse werkwoorden
Engelse werkwoorden
Franse werkwoorden
Spaanse werkwoorden