NL: airbrushen U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
| Voltooid deelwoord |
geairbrusht
|
| Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik airbrush jij airbrusht hij airbrusht wij airbrushen jullie airbrushen zij airbrushen
|
| Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb geairbrusht jij hebt geairbrusht hij heeft geairbrusht wij hebben geairbrusht jullie hebben geairbrusht zij hebben geairbrusht
|
| Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik airbrushete jij airbrushete hij airbrushete wij airbrusheten jullie airbrusheten zij airbrusheten
|
| Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had geairbrusht jij had geairbrusht hij had geairbrusht wij hadden geairbrusht jullie hadden geairbrusht zij hadden geairbrusht
|
| Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal airbrushen jij zult airbrushen hij zal airbrushen wij zullen airbrushen jullie zullen airbrushen zij zullen airbrushen
|
| Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal geairbrusht hebben jij zult geairbrusht hebben hij zal geairbrusht hebben wij zullen geairbrusht hebben jullie zullen geairbrusht hebben zij zullen geairbrusht hebben
|
| Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou airbrushen jij zou airbrushen hij zou airbrushen wij zouden airbrushen jullie zouden airbrushen zij zouden airbrushen
|
| Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou geairbrusht hebben jij zou geairbrusht hebben hij zou geairbrusht hebben wij zouden geairbrusht hebben jullie zouden geairbrusht hebben zij zouden geairbrusht hebben
|
| Gebiedende wijs |
airbrush
|
| Aanvoegende wijs |
| airbrushe |