Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: agiteren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geagiteerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik agiteer
jij agiteert
hij agiteert
wij agiteren
jullie agiteren
zij agiteren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik ben geagiteerd
jij bent geagiteerd
hij is geagiteerd
wij zijn geagiteerd
jullie zijn geagiteerd
zij zijn geagiteerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik agiteerde
jij agiteerde
hij agiteerde
wij agiteerden
jullie agiteerden
zij agiteerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik was geagiteerd
jij was geagiteerd
hij was geagiteerd
wij waren geagiteerd
jullie waren geagiteerd
zij waren geagiteerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal agiteren
jij zult agiteren
hij zal agiteren
wij zullen agiteren
jullie zullen agiteren
zij zullen agiteren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geagiteerd zijn
jij zult geagiteerd zijn
hij zal geagiteerd zijn
wij zullen geagiteerd zijn
jullie zullen geagiteerd zijn
zij zullen geagiteerd zijn

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou agiteren
jij zou agiteren
hij zou agiteren
wij zouden agiteren
jullie zouden agiteren
zij zouden agiteren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geagiteerd zijn
jij zou geagiteerd zijn
hij zou geagiteerd zijn
wij zouden geagiteerd zijn
jullie zouden geagiteerd zijn
zij zouden geagiteerd zijn

Gebiedende wijs
agiteer

Aanvoegende wijs
agitere

Voorbeelden

  1. Jouw weigering zal me nog meer agiteren.
    Your refusal is much more likely to agitate me.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden