Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: afzoeken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
afgezocht

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik zoek af
jij zoekt af
hij zoekt af
wij zoeken af
jullie zoeken af
zij zoeken af

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik afzoek
dat jij afzoekt
dat hij afzoekt
dat wij afzoeken
dat jullie afzoeken
dat zij afzoeken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb afgezocht
jij hebt afgezocht
hij heeft afgezocht
wij hebben afgezocht
jullie hebben afgezocht
zij hebben afgezocht

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik zocht af
jij zocht af
hij zocht af
wij zochten af
jullie zochten af
zij zochten af

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik afzocht
dat jij afzocht
dat hij afzocht
dat wij afzochten
dat jullie afzochten
dat zij afzochten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had afgezocht
jij had afgezocht
hij had afgezocht
wij hadden afgezocht
jullie hadden afgezocht
zij hadden afgezocht

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal afzoeken
jij zult afzoeken
hij zal afzoeken
wij zullen afzoeken
jullie zullen afzoeken
zij zullen afzoeken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal afgezocht hebben
jij zult afgezocht hebben
hij zal afgezocht hebben
wij zullen afgezocht hebben
jullie zullen afgezocht hebben
zij zullen afgezocht hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou afzoeken
jij zou afzoeken
hij zou afzoeken
wij zouden afzoeken
jullie zouden afzoeken
zij zouden afzoeken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou afgezocht hebben
jij zou afgezocht hebben
hij zou afgezocht hebben
wij zouden afgezocht hebben
jullie zouden afgezocht hebben
zij zouden afgezocht hebben

Gebiedende wijs
zoek af

Aanvoegende wijs
afzoeke

Voorbeelden

  1. We moeten het landgoed afzoeken.
    Perhaps we should search the grounds.
  2. We laten agenten het terrein afzoeken.
    We 'll get uniform to search the grounds.
  3. Ze moeten een enorm gebied afzoeken.
    It 's a huge area you 've asked them to cover.
  4. Ze zullen vast het heelal afzoeken.
    They must be scouring the galaxy.
  5. Ik heb de halve wereld laten afzoeken.
    I had search parties scouring half the world for you.
  6. Er zijn helikopters die de rivier afzoeken.
    There are helicopters searching the river.
  7. Minder tijd onder water, en minder grond afzoeken.
    less time underwater, cover less ground.
  8. Laat ze de rivier afzoeken stroomopwaarts en neerwaarts.
    Have them glass this river upstream and down.
  9. De hele melkweg afzoeken naar één speciaal ster patroon?
    Search the entire galaxy for one particular star pattern?
  10. We moeten de buurt afzoeken totdat we hem vinden.
    We should scour the neighborhood until we find him.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden