Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: afwijken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
afgeweken

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik wijk af
jij wijkt af
hij wijkt af
wij wijken af
jullie wijken af
zij wijken af

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik afwijk
dat jij afwijkt
dat hij afwijkt
dat wij afwijken
dat jullie afwijken
dat zij afwijken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik ben afgeweken
jij bent afgeweken
hij is afgeweken
wij zijn afgeweken
jullie zijn afgeweken
zij zijn afgeweken

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik week af
jij week af
hij week af
wij weken af
jullie weken af
zij weken af

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik afweek
dat jij afweek
dat hij afweek
dat wij afweken
dat jullie afweken
dat zij afweken

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik was afgeweken
jij was afgeweken
hij was afgeweken
wij waren afgeweken
jullie waren afgeweken
zij waren afgeweken

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal afwijken
jij zult afwijken
hij zal afwijken
wij zullen afwijken
jullie zullen afwijken
zij zullen afwijken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal afgeweken zijn
jij zult afgeweken zijn
hij zal afgeweken zijn
wij zullen afgeweken zijn
jullie zullen afgeweken zijn
zij zullen afgeweken zijn

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou afwijken
jij zou afwijken
hij zou afwijken
wij zouden afwijken
jullie zouden afwijken
zij zouden afwijken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou afgeweken zijn
jij zou afgeweken zijn
hij zou afgeweken zijn
wij zouden afgeweken zijn
jullie zouden afgeweken zijn
zij zouden afgeweken zijn

Gebiedende wijs
wijk af

Aanvoegende wijs
afwijke

Voorbeelden

  1. Zet met Lem en Ronnie de wijk af.
    Grab Lem and Ronnie and set up a perimeter.
  2. Verander mijn plan, of wijk af van mijn instructies... en je bent ontslagen.
    Alter my plan in any way, stray from my instructions at all and you 're fired.
  3. U zal niet afwijken.
    You 'll not deviate.
  4. Niet afwijken van het pad.
    Don 't stray from the path.
  5. Ik laat u nu afwijken.
    I redirects you now.
  6. Waarom op het laatste moment afwijken?
    Why deviate at the last minute?
  7. Je verklaring in de rechtszaal mag niet afwijken van deze.
    Your testimony in court can 't waver from what is said here.
  8. Afwijken van de juiste koers werd als artistieke vrijheid beschouwd.
    Straying from the course was considered artistic license.
  9. maar dat zal te veel van het ware ding afwijken.
    But that 'll be deviating too much from the real thing.
  10. U zult zien dat sommige afwijken van die van u.
    You 'll find that some of them differ from yours.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden