Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: afvoeren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
afgevoerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik voer af
jij voert af
hij voert af
wij voeren af
jullie voeren af
zij voeren af

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik afvoer
dat jij afvoert
dat hij afvoert
dat wij afvoeren
dat jullie afvoeren
dat zij afvoeren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb afgevoerd
jij hebt afgevoerd
hij heeft afgevoerd
wij hebben afgevoerd
jullie hebben afgevoerd
zij hebben afgevoerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik voerde af
jij voerde af
hij voerde af
wij voerden af
jullie voerden af
zij voerden af

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik afvoerde
dat jij afvoerde
dat hij afvoerde
dat wij afvoerden
dat jullie afvoerden
dat zij afvoerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had afgevoerd
jij had afgevoerd
hij had afgevoerd
wij hadden afgevoerd
jullie hadden afgevoerd
zij hadden afgevoerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal afvoeren
jij zult afvoeren
hij zal afvoeren
wij zullen afvoeren
jullie zullen afvoeren
zij zullen afvoeren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal afgevoerd hebben
jij zult afgevoerd hebben
hij zal afgevoerd hebben
wij zullen afgevoerd hebben
jullie zullen afgevoerd hebben
zij zullen afgevoerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou afvoeren
jij zou afvoeren
hij zou afvoeren
wij zouden afvoeren
jullie zouden afvoeren
zij zouden afvoeren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou afgevoerd hebben
jij zou afgevoerd hebben
hij zou afgevoerd hebben
wij zouden afgevoerd hebben
jullie zouden afgevoerd hebben
zij zouden afgevoerd hebben

Gebiedende wijs
voer af

Aanvoegende wijs
afvoere

Voorbeelden

  1. Afvoeren is afvoeren.
    Drains is drains!
  2. Je met geweld afvoeren?
    Force you out of there?
  3. Laat de lijken afvoeren.
    Put the bodies in the car.
  4. En waarom me afvoeren?
    And why drains me?
  5. Vocht afvoeren via de buik.
    Drains fluid through the abdomen.
  6. Ik wil haar benen niet afvoeren.
    I just don 't wanna adduct her legs.
  7. We moeten eerst dit zuur afvoeren.
    We 've got to drain this acid first.
  8. We moeten de gewonden afvoeren, Arif.
    We gotta get the wounded to a separate place, Arif.
  9. Ze moesten hem in een kruiwagen afvoeren.
    The grounds crew had to carry him out in a wheelbarrow.
  10. Bedoelt u dat ze onze levenskrachten afvoeren?
    You mean they 're actually draining our life forces?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden