Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: aftasten

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
afgetast

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik tast af
jij tast af
hij tast af
wij tasten af
jullie tasten af
zij tasten af

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik aftast
dat jij aftast
dat hij aftast
dat wij aftasten
dat jullie aftasten
dat zij aftasten

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb afgetast
jij hebt afgetast
hij heeft afgetast
wij hebben afgetast
jullie hebben afgetast
zij hebben afgetast

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik tastte af
jij tastte af
hij tastte af
wij tastten af
jullie tastten af
zij tastten af

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik aftastte
dat jij aftastte
dat hij aftastte
dat wij aftastten
dat jullie aftastten
dat zij aftastten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had afgetast
jij had afgetast
hij had afgetast
wij hadden afgetast
jullie hadden afgetast
zij hadden afgetast

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal aftasten
jij zult aftasten
hij zal aftasten
wij zullen aftasten
jullie zullen aftasten
zij zullen aftasten

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal afgetast hebben
jij zult afgetast hebben
hij zal afgetast hebben
wij zullen afgetast hebben
jullie zullen afgetast hebben
zij zullen afgetast hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou aftasten
jij zou aftasten
hij zou aftasten
wij zouden aftasten
jullie zouden aftasten
zij zouden aftasten

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou afgetast hebben
jij zou afgetast hebben
hij zou afgetast hebben
wij zouden afgetast hebben
jullie zouden afgetast hebben
zij zouden afgetast hebben

Gebiedende wijs
tast af

Aanvoegende wijs
aftaste

Voorbeelden

  1. Grenzen aan het aftasten?
    Limits on the scan?
  2. We kunnen hem eerst aftasten.
    We can feel him out first.
  3. Elkaar wat aftasten, weet je
    Weigh each other 's sack a little, you know?
  4. Ik ben aan het aftasten.
    I 'm just testing the water.
  5. Bereid uw schijven voor het aftasten.
    Prepare your disks for scanning.
  6. De frequenties aftasten lukt niet meer.
    We have no time to sweep frequencies.
  7. Nu je me grondig hebt laten aftasten...
    Now that the pelvic exam 's out of the way...
  8. Ik ben het aftasten van de eerste twee cijfers.
    I am sensing the first two digits.
  9. Ik ben haar nog aan het aftasten, weet je?
    I 'm still feeling her out, you know.
  10. Hij deed gewoon... wat ze doen, de grenzen aftasten.
    He was just doing what they do, which is testing the limits.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden