Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: aftanken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
afgetankt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik tank af
jij tankt af
hij tankt af
wij tanken af
jullie tanken af
zij tanken af

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik aftank
dat jij aftankt
dat hij aftankt
dat wij aftanken
dat jullie aftanken
dat zij aftanken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb afgetankt
jij hebt afgetankt
hij heeft afgetankt
wij hebben afgetankt
jullie hebben afgetankt
zij hebben afgetankt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik tankte af
jij tankte af
hij tankte af
wij tankten af
jullie tankten af
zij tankten af

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik aftankte
dat jij aftankte
dat hij aftankte
dat wij aftankten
dat jullie aftankten
dat zij aftankten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had afgetankt
jij had afgetankt
hij had afgetankt
wij hadden afgetankt
jullie hadden afgetankt
zij hadden afgetankt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal aftanken
jij zult aftanken
hij zal aftanken
wij zullen aftanken
jullie zullen aftanken
zij zullen aftanken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal afgetankt hebben
jij zult afgetankt hebben
hij zal afgetankt hebben
wij zullen afgetankt hebben
jullie zullen afgetankt hebben
zij zullen afgetankt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou aftanken
jij zou aftanken
hij zou aftanken
wij zouden aftanken
jullie zouden aftanken
zij zouden aftanken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou afgetankt hebben
jij zou afgetankt hebben
hij zou afgetankt hebben
wij zouden afgetankt hebben
jullie zouden afgetankt hebben
zij zouden afgetankt hebben

Gebiedende wijs
tank af

Aanvoegende wijs
aftanke

Voorbeelden

  1. Sluit de tank af en ruim deze rotzooi op.
    Close the tank and clean this mess.
  2. De helikopter is naar de stad en er komt een tank af.
    The chopper left for the city and now we see a tank.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden