Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: afspannen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
afgespannen

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik span af
jij spant af
hij spant af
wij spannen af
jullie spannen af
zij spannen af

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik afspan
dat jij afspant
dat hij afspant
dat wij afspannen
dat jullie afspannen
dat zij afspannen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb afgespannen
jij hebt afgespannen
hij heeft afgespannen
wij hebben afgespannen
jullie hebben afgespannen
zij hebben afgespannen

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik spande af
jij spande af
hij spande af
wij spanden af
jullie spanden af
zij spanden af

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik afspande
dat jij afspande
dat hij afspande
dat wij afspanden
dat jullie afspanden
dat zij afspanden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had afgespannen
jij had afgespannen
hij had afgespannen
wij hadden afgespannen
jullie hadden afgespannen
zij hadden afgespannen

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal afspannen
jij zult afspannen
hij zal afspannen
wij zullen afspannen
jullie zullen afspannen
zij zullen afspannen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal afgespannen hebben
jij zult afgespannen hebben
hij zal afgespannen hebben
wij zullen afgespannen hebben
jullie zullen afgespannen hebben
zij zullen afgespannen hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou afspannen
jij zou afspannen
hij zou afspannen
wij zouden afspannen
jullie zouden afspannen
zij zouden afspannen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou afgespannen hebben
jij zou afgespannen hebben
hij zou afgespannen hebben
wij zouden afgespannen hebben
jullie zouden afgespannen hebben
zij zouden afgespannen hebben

Gebiedende wijs
span af

Aanvoegende wijs
afspanne

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden