1. MWB
  2. Werkwoord vervoegen
  3. afschuimen

Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: afschuimen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
afgeschuimd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik schuim af
jij schuimt af
hij schuimt af
wij schuimen af
jullie schuimen af
zij schuimen af

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik afschuim
dat jij afschuimt
dat hij afschuimt
dat wij afschuimen
dat jullie afschuimen
dat zij afschuimen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb afgeschuimd
jij hebt afgeschuimd
hij heeft afgeschuimd
wij hebben afgeschuimd
jullie hebben afgeschuimd
zij hebben afgeschuimd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik schuimde af
jij schuimde af
hij schuimde af
wij schuimden af
jullie schuimden af
zij schuimden af

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik afschuimde
dat jij afschuimde
dat hij afschuimde
dat wij afschuimden
dat jullie afschuimden
dat zij afschuimden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had afgeschuimd
jij had afgeschuimd
hij had afgeschuimd
wij hadden afgeschuimd
jullie hadden afgeschuimd
zij hadden afgeschuimd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal afschuimen
jij zult afschuimen
hij zal afschuimen
wij zullen afschuimen
jullie zullen afschuimen
zij zullen afschuimen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal afgeschuimd hebben
jij zult afgeschuimd hebben
hij zal afgeschuimd hebben
wij zullen afgeschuimd hebben
jullie zullen afgeschuimd hebben
zij zullen afgeschuimd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou afschuimen
jij zou afschuimen
hij zou afschuimen
wij zouden afschuimen
jullie zouden afschuimen
zij zouden afschuimen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou afgeschuimd hebben
jij zou afgeschuimd hebben
hij zou afgeschuimd hebben
wij zouden afgeschuimd hebben
jullie zouden afgeschuimd hebben
zij zouden afgeschuimd hebben

Gebiedende wijs
schuim af

Aanvoegende wijs
afschuime

Voorbeelden

  1. De weide afschuimen in mijn spel.
    Roaming the meadow is my game.
  2. Oh, dus je gaat bars afschuimen met je geile vriend.
    Ohh, so you 're going bar-hopping with your horndog pal.
  3. Er op uit gaan, de stad afschuimen, wat klappen uitdelen.
    Going out there, prowling the city, knocking some heads?
  4. Ik heb een paar webzoekers die de Darknet-sites kunnen afschuimen.
    I 've got some Web crawlers that can scour Darknet sites.
  5. Wat doe je zoal behalve de buurt afschuimen naar tekens van huiselijke problemen?
    What do you do besides patrolling neighborhoods looking for signs of domestic problems?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden



Vaakst vervoegd

Hier zie je een overzicht van de 30 vaakst vervoegde werkwoorden voor de vijf talen die we op mijnwoordenboek gebruiken.

Nederlandse werkwoorden

willen verdienen worden zijn vinden bedoelen kunnen houden hebben meten vermelden vertellen varen gelden beantwoorden zeggen bestellen begeleiden updaten reizen bereiden leiden plannen gaan verwijderen stelen bidden besteden denken bellen

Franse werkwoorden

être avoir aller faire pouvoir vouloir venir devoir voir prendre savoir partir connaître recevoir dire mettre finir lire boire choisir envoyer sortir falloir dormir écrire appeler croire manger devenir vivre

Duitse werkwoorden

sein werden haben können mögen gehen wollen müssen essen finden sehen stressen lesen dürfen fahren misten sollen kommen nehmen tun machen geben sprechen lassen helfen laufen arbeiten wohnen schlafen halten

Spaanse werkwoorden

ser sentir tener hacer ver teñir ir estar servir haber poder mentir querer dar fuir saber decir hablar salir empezar volver comer seguir vivir gustar pedir encontrar grillarse latir pensar llamar conocer preferir jugar llegar

Engelse werkwoorden

send read be have spend choose go lead mean hear teach lie think see quit can do build meet take say get run fall fair buy put eat lay make learn wear begin barbecue will give find want know drink work write try