1. MWB
  2. Werkwoord vervoegen
  3. afschminken

Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: afschminken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
afgeschminkt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik schmink af
jij schminkt af
hij schminkt af
wij schminken af
jullie schminken af
zij schminken af

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik afschmink
dat jij afschminkt
dat hij afschminkt
dat wij afschminken
dat jullie afschminken
dat zij afschminken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb afgeschminkt
jij hebt afgeschminkt
hij heeft afgeschminkt
wij hebben afgeschminkt
jullie hebben afgeschminkt
zij hebben afgeschminkt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik schminkte af
jij schminkte af
hij schminkte af
wij schminkten af
jullie schminkten af
zij schminkten af

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik afschminkte
dat jij afschminkte
dat hij afschminkte
dat wij afschminkten
dat jullie afschminkten
dat zij afschminkten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had afgeschminkt
jij had afgeschminkt
hij had afgeschminkt
wij hadden afgeschminkt
jullie hadden afgeschminkt
zij hadden afgeschminkt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal afschminken
jij zult afschminken
hij zal afschminken
wij zullen afschminken
jullie zullen afschminken
zij zullen afschminken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal afgeschminkt hebben
jij zult afgeschminkt hebben
hij zal afgeschminkt hebben
wij zullen afgeschminkt hebben
jullie zullen afgeschminkt hebben
zij zullen afgeschminkt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou afschminken
jij zou afschminken
hij zou afschminken
wij zouden afschminken
jullie zouden afschminken
zij zouden afschminken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou afgeschminkt hebben
jij zou afgeschminkt hebben
hij zou afgeschminkt hebben
wij zouden afgeschminkt hebben
jullie zouden afgeschminkt hebben
zij zouden afgeschminkt hebben

Gebiedende wijs
schmink af

Aanvoegende wijs
afschminke

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden



Vaakst vervoegd

Hier zie je een overzicht van de 30 vaakst vervoegde werkwoorden voor de vijf talen die we op mijnwoordenboek gebruiken.

Nederlandse werkwoorden

willen verdienen worden zijn vinden bedoelen kunnen houden hebben meten vermelden vertellen varen gelden beantwoorden zeggen bestellen begeleiden updaten reizen bereiden leiden plannen gaan verwijderen stelen bidden besteden denken bellen

Franse werkwoorden

être avoir aller faire pouvoir vouloir venir devoir voir prendre savoir partir connaître recevoir dire mettre finir lire boire choisir envoyer sortir falloir dormir écrire appeler croire manger devenir vivre

Duitse werkwoorden

sein werden haben können mögen gehen wollen müssen essen finden sehen stressen lesen dürfen fahren misten sollen kommen nehmen tun machen geben sprechen lassen helfen laufen arbeiten wohnen schlafen halten

Spaanse werkwoorden

ser sentir tener hacer ver teñir ir estar servir haber poder mentir querer dar fuir saber decir hablar salir empezar volver comer seguir vivir gustar pedir encontrar grillarse latir pensar llamar conocer preferir jugar llegar

Engelse werkwoorden

send read be have spend choose go lead mean hear teach lie think see quit can do build meet take say get run fall fair buy put eat lay make learn wear begin barbecue will give find want know drink work write try