Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: afraken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
afgeraakt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik raak af
jij raakt af
hij raakt af
wij raken af
jullie raken af
zij raken af

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik afraak
dat jij afraakt
dat hij afraakt
dat wij afraken
dat jullie afraken
dat zij afraken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb afgeraakt
jij hebt afgeraakt
hij heeft afgeraakt
wij hebben afgeraakt
jullie hebben afgeraakt
zij hebben afgeraakt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik raakte af
jij raakte af
hij raakte af
wij raakten af
jullie raakten af
zij raakten af

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik afraakte
dat jij afraakte
dat hij afraakte
dat wij afraakten
dat jullie afraakten
dat zij afraakten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had afgeraakt
jij had afgeraakt
hij had afgeraakt
wij hadden afgeraakt
jullie hadden afgeraakt
zij hadden afgeraakt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal afraken
jij zult afraken
hij zal afraken
wij zullen afraken
jullie zullen afraken
zij zullen afraken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal afgeraakt hebben
jij zult afgeraakt hebben
hij zal afgeraakt hebben
wij zullen afgeraakt hebben
jullie zullen afgeraakt hebben
zij zullen afgeraakt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou afraken
jij zou afraken
hij zou afraken
wij zouden afraken
jullie zouden afraken
zij zouden afraken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou afgeraakt hebben
jij zou afgeraakt hebben
hij zou afgeraakt hebben
wij zouden afgeraakt hebben
jullie zouden afgeraakt hebben
zij zouden afgeraakt hebben

Gebiedende wijs
raak af

Aanvoegende wijs
afrake

Voorbeelden

  1. Het zal nooit afraken.
    You 'll never finish.
  2. Het mag niet afraken.
    We must stop its completion.
  3. Kijk, Alex, dit spel moet afraken.
    Look, Alex, this game has to get finished.
  4. Misschien wil je van je wapen afraken in het vreugdevuur?
    Maybe you try to dispose of your gun in the bonfire.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden