1. MWB
  2. Werkwoord vervoegen
  3. afkunnen

Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: afkunnen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
afgekund

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik kan af
jij kunt af
hij kan af
wij kunnen af
jullie kunnen af
zij kunnen af

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik afkan
dat jij afkunt
dat hij afkan
dat wij afkunnen
dat jullie afkunnen
dat zij afkunnen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb afgekund
jij hebt afgekund
hij heeft afgekund
wij hebben afgekund
jullie hebben afgekund
zij hebben afgekund

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik kon af
jij kon af
hij kon af
wij konden af
jullie konden af
zij konden af

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik afkon
dat jij afkon
dat hij afkon
dat wij afkonden
dat jullie afkonden
dat zij afkonden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had afgekund
jij had afgekund
hij had afgekund
wij hadden afgekund
jullie hadden afgekund
zij hadden afgekund

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal afkunnen
jij zult afkunnen
hij zal afkunnen
wij zullen afkunnen
jullie zullen afkunnen
zij zullen afkunnen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal afgekund hebben
jij zult afgekund hebben
hij zal afgekund hebben
wij zullen afgekund hebben
jullie zullen afgekund hebben
zij zullen afgekund hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou afkunnen
jij zou afkunnen
hij zou afkunnen
wij zouden afkunnen
jullie zouden afkunnen
zij zouden afkunnen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou afgekund hebben
jij zou afgekund hebben
hij zou afgekund hebben
wij zouden afgekund hebben
jullie zouden afgekund hebben
zij zouden afgekund hebben

Gebiedende wijs
kan af

Aanvoegende wijs
afkunne

Voorbeelden

  1. Bon Jovi kan af en toe erg tof zijn.
    Bon Jovi rocks on occasion.
  2. Frankrijk zal deze dreiging alleen afkunnen.
    France will handle this threat alone.
  3. Blijven werken, jongens, zodat we van dit eiland afkunnen.
    Continue working, boys, of this island so we cope with this.
  4. De oude Jack kan af en toe een beetje mopperig zijn. Nummer 68 uit een nest van 70.
    Old Jack here can be a bit grumpy sometimes, 68th in a litter of 70.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden



Vaakst vervoegd

Hier zie je een overzicht van de 30 vaakst vervoegde werkwoorden voor de vijf talen die we op mijnwoordenboek gebruiken.

Nederlandse werkwoorden

willen verdienen worden zijn vinden bedoelen kunnen houden hebben meten vermelden vertellen varen gelden beantwoorden zeggen bestellen begeleiden updaten reizen bereiden leiden plannen gaan verwijderen stelen bidden besteden denken bellen

Franse werkwoorden

être avoir aller faire pouvoir vouloir venir devoir voir prendre savoir partir connaître recevoir dire mettre finir lire boire choisir envoyer sortir falloir dormir écrire appeler croire manger devenir vivre

Duitse werkwoorden

sein werden haben können mögen gehen wollen müssen essen finden sehen stressen lesen dürfen fahren misten sollen kommen nehmen tun machen geben sprechen lassen helfen laufen arbeiten wohnen schlafen halten

Spaanse werkwoorden

ser sentir tener hacer ver teñir ir estar servir haber poder mentir querer dar fuir saber decir hablar salir empezar volver comer seguir vivir gustar pedir encontrar grillarse latir pensar llamar conocer preferir jugar llegar

Engelse werkwoorden

send read be have spend choose go lead mean hear teach lie think see quit can do build meet take say get run fall fair buy put eat lay make learn wear begin barbecue will give find want know drink work write try