Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: afkeuren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
afgekeurd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik keur af
jij keurt af
hij keurt af
wij keuren af
jullie keuren af
zij keuren af

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik afkeur
dat jij afkeurt
dat hij afkeurt
dat wij afkeuren
dat jullie afkeuren
dat zij afkeuren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb afgekeurd
jij hebt afgekeurd
hij heeft afgekeurd
wij hebben afgekeurd
jullie hebben afgekeurd
zij hebben afgekeurd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik keurde af
jij keurde af
hij keurde af
wij keurden af
jullie keurden af
zij keurden af

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik afkeurde
dat jij afkeurde
dat hij afkeurde
dat wij afkeurden
dat jullie afkeurden
dat zij afkeurden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had afgekeurd
jij had afgekeurd
hij had afgekeurd
wij hadden afgekeurd
jullie hadden afgekeurd
zij hadden afgekeurd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal afkeuren
jij zult afkeuren
hij zal afkeuren
wij zullen afkeuren
jullie zullen afkeuren
zij zullen afkeuren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal afgekeurd hebben
jij zult afgekeurd hebben
hij zal afgekeurd hebben
wij zullen afgekeurd hebben
jullie zullen afgekeurd hebben
zij zullen afgekeurd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou afkeuren
jij zou afkeuren
hij zou afkeuren
wij zouden afkeuren
jullie zouden afkeuren
zij zouden afkeuren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou afgekeurd hebben
jij zou afgekeurd hebben
hij zou afgekeurd hebben
wij zouden afgekeurd hebben
jullie zouden afgekeurd hebben
zij zouden afgekeurd hebben

Gebiedende wijs
keur af

Aanvoegende wijs
afkeure

Voorbeelden

  1. Zou hij het afkeuren?
    He wouldn 't approve?
  2. Afkeuren? 3,000 mijl ver?
    Dissing it 3,000 miles away?
  3. Onze familie zou het afkeuren.
    Our family would never approve.
  4. Hodder wil het niet afkeuren.
    Hodder won 't denounce it.
  5. Wat kan je daarop afkeuren?
    What 's not to love?
  6. Dat zal onze vader sterk afkeuren.
    I 'm convinced that our father would disapprove.
  7. Ik heb Bill Foy moeten afkeuren.
    I just washed out Bill Foy.
  8. Jij hoopt dat ze het afkeuren.
    you hope they condemn it.
  9. Iedereen die de Nazi' s afkeuren.
    Anyone the Nazis disagree with.
  10. Alleen zodat ze ons zullen afkeuren.
    Only so that they 'll disapprove of us.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden