Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: afkatten

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
afgekat

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik kat af
jij kat af
hij kat af
wij katten af
jullie katten af
zij katten af

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik afkat
dat jij afkat
dat hij afkat
dat wij afkatten
dat jullie afkatten
dat zij afkatten

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb afgekat
jij hebt afgekat
hij heeft afgekat
wij hebben afgekat
jullie hebben afgekat
zij hebben afgekat

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik katte af
jij katte af
hij katte af
wij katten af
jullie katten af
zij katten af

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik afkatte
dat jij afkatte
dat hij afkatte
dat wij afkatten
dat jullie afkatten
dat zij afkatten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had afgekat
jij had afgekat
hij had afgekat
wij hadden afgekat
jullie hadden afgekat
zij hadden afgekat

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal afkatten
jij zult afkatten
hij zal afkatten
wij zullen afkatten
jullie zullen afkatten
zij zullen afkatten

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal afgekat hebben
jij zult afgekat hebben
hij zal afgekat hebben
wij zullen afgekat hebben
jullie zullen afgekat hebben
zij zullen afgekat hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou afkatten
jij zou afkatten
hij zou afkatten
wij zouden afkatten
jullie zouden afkatten
zij zouden afkatten

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou afgekat hebben
jij zou afgekat hebben
hij zou afgekat hebben
wij zouden afgekat hebben
jullie zouden afgekat hebben
zij zouden afgekat hebben

Gebiedende wijs
kat af

Aanvoegende wijs
afkatte

Voorbeelden

  1. Ik laat me door jou niet afkatten zonder reden.
    I 'm not having you aiming tolchocks at me reasonless.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden