Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: affronteren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geaffronteerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik affronteer
jij affrontert
hij affrontert
wij affronteren
jullie affronteren
zij affronteren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geaffronteerd
jij hebt geaffronteerd
hij heeft geaffronteerd
wij hebben geaffronteerd
jullie hebben geaffronteerd
zij hebben geaffronteerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik affronteerde
jij affronteerde
hij affronteerde
wij affronteerden
jullie affronteerden
zij affronteerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geaffronteerd
jij had geaffronteerd
hij had geaffronteerd
wij hadden geaffronteerd
jullie hadden geaffronteerd
zij hadden geaffronteerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal affronteren
jij zult affronteren
hij zal affronteren
wij zullen affronteren
jullie zullen affronteren
zij zullen affronteren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geaffronteerd hebben
jij zult geaffronteerd hebben
hij zal geaffronteerd hebben
wij zullen geaffronteerd hebben
jullie zullen geaffronteerd hebben
zij zullen geaffronteerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou affronteren
jij zou affronteren
hij zou affronteren
wij zouden affronteren
jullie zouden affronteren
zij zouden affronteren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geaffronteerd hebben
jij zou geaffronteerd hebben
hij zou geaffronteerd hebben
wij zouden geaffronteerd hebben
jullie zouden geaffronteerd hebben
zij zouden geaffronteerd hebben

Gebiedende wijs
affronteer

Aanvoegende wijs
affrontere

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden