Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: affirmeren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geaffirmeerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik affirmer
jij affirmeert
hij affirmeert
wij affirmeren
jullie affirmeren
zij affirmeren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geaffirmeerd
jij hebt geaffirmeerd
hij heeft geaffirmeerd
wij hebben geaffirmeerd
jullie hebben geaffirmeerd
zij hebben geaffirmeerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik affirmeerde
jij affirmeerde
hij affirmeerde
wij affirmeerden
jullie affirmeerden
zij affirmeerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geaffirmeerd
jij had geaffirmeerd
hij had geaffirmeerd
wij hadden geaffirmeerd
jullie hadden geaffirmeerd
zij hadden geaffirmeerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal affirmeren
jij zult affirmeren
hij zal affirmeren
wij zullen affirmeren
jullie zullen affirmeren
zij zullen affirmeren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geaffirmeerd hebben
jij zult geaffirmeerd hebben
hij zal geaffirmeerd hebben
wij zullen geaffirmeerd hebben
jullie zullen geaffirmeerd hebben
zij zullen geaffirmeerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou affirmeren
jij zou affirmeren
hij zou affirmeren
wij zouden affirmeren
jullie zouden affirmeren
zij zouden affirmeren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geaffirmeerd hebben
jij zou geaffirmeerd hebben
hij zou geaffirmeerd hebben
wij zouden geaffirmeerd hebben
jullie zouden geaffirmeerd hebben
zij zouden geaffirmeerd hebben

Gebiedende wijs
affirmer

Aanvoegende wijs
affirmere

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden