Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: affiliëren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geaffilieerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik affilieer
jij affilieert
hij affilieert
wij affiliëren
jullie affiliëren
zij affiliëren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geaffilieerd
jij hebt geaffilieerd
hij heeft geaffilieerd
wij hebben geaffilieerd
jullie hebben geaffilieerd
zij hebben geaffilieerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik affilieerde
jij affilieerde
hij affilieerde
wij affilieerden
jullie affilieerden
zij affilieerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geaffilieerd
jij had geaffilieerd
hij had geaffilieerd
wij hadden geaffilieerd
jullie hadden geaffilieerd
zij hadden geaffilieerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal affiliëren
jij zult affiliëren
hij zal affiliëren
wij zullen affiliëren
jullie zullen affiliëren
zij zullen affiliëren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geaffilieerd hebben
jij zult geaffilieerd hebben
hij zal geaffilieerd hebben
wij zullen geaffilieerd hebben
jullie zullen geaffilieerd hebben
zij zullen geaffilieerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou affiliëren
jij zou affiliëren
hij zou affiliëren
wij zouden affiliëren
jullie zouden affiliëren
zij zouden affiliëren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geaffilieerd hebben
jij zou geaffilieerd hebben
hij zou geaffilieerd hebben
wij zouden geaffilieerd hebben
jullie zouden geaffilieerd hebben
zij zouden geaffilieerd hebben

Gebiedende wijs
affilieer

Aanvoegende wijs
affiliëre

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden