Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: afdrijven

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
afgedreven

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik drijf af
jij drijft af
hij drijft af
wij drijven af
jullie drijven af
zij drijven af

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik afdrijf
dat jij afdrijft
dat hij afdrijft
dat wij afdrijven
dat jullie afdrijven
dat zij afdrijven

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb afgedreven
jij hebt afgedreven
hij heeft afgedreven
wij hebben afgedreven
jullie hebben afgedreven
zij hebben afgedreven

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik dreef af
jij dreef af
hij dreef af
wij dreven af
jullie dreven af
zij dreven af

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik afdreef
dat jij afdreef
dat hij afdreef
dat wij afdreven
dat jullie afdreven
dat zij afdreven

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had afgedreven
jij had afgedreven
hij had afgedreven
wij hadden afgedreven
jullie hadden afgedreven
zij hadden afgedreven

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal afdrijven
jij zult afdrijven
hij zal afdrijven
wij zullen afdrijven
jullie zullen afdrijven
zij zullen afdrijven

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal afgedreven hebben
jij zult afgedreven hebben
hij zal afgedreven hebben
wij zullen afgedreven hebben
jullie zullen afgedreven hebben
zij zullen afgedreven hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou afdrijven
jij zou afdrijven
hij zou afdrijven
wij zouden afdrijven
jullie zouden afdrijven
zij zouden afdrijven

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou afgedreven hebben
jij zou afgedreven hebben
hij zou afgedreven hebben
wij zouden afgedreven hebben
jullie zouden afgedreven hebben
zij zouden afgedreven hebben

Gebiedende wijs
drijf af

Aanvoegende wijs
afdrijve

Voorbeelden

  1. Ik drijf af... maar kan niet slapen.
    I 'm drifting but not to sleep.
  2. Laat je zelf afdrijven.
    [ Clay ] Just let yourself drift away.
  3. Vooral nadat Reverend James zoveel mensen deed afdrijven.
    Especially after the Reverend James drove so many people away.
  4. Deze Taj Mahal zou de Ganges moeten afdrijven.
    This Taj Mahal should be floated down the Ganges.
  5. Alleen... Alleen afdrijven... in een oceaan van tijd.
    Just... just drifting... in the ocean of time.
  6. Ik voel dat we naar een slechte plaats afdrijven.
    I feel like this is heading to a bad place.
  7. Dit gaat je keel beschermen en het bleekmiddel afdrijven.
    This will coat your throat and help dilute the bleach.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden