Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: afbuigen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
afgebogen

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik buig af
jij buigt af
hij buigt af
wij buigen af
jullie buigen af
zij buigen af

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik afbuig
dat jij afbuigt
dat hij afbuigt
dat wij afbuigen
dat jullie afbuigen
dat zij afbuigen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb afgebogen
jij hebt afgebogen
hij heeft afgebogen
wij hebben afgebogen
jullie hebben afgebogen
zij hebben afgebogen

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik boog af
jij boog af
hij boog af
wij bogen af
jullie bogen af
zij bogen af

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik afboog
dat jij afboog
dat hij afboog
dat wij afbogen
dat jullie afbogen
dat zij afbogen

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had afgebogen
jij had afgebogen
hij had afgebogen
wij hadden afgebogen
jullie hadden afgebogen
zij hadden afgebogen

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal afbuigen
jij zult afbuigen
hij zal afbuigen
wij zullen afbuigen
jullie zullen afbuigen
zij zullen afbuigen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal afgebogen hebben
jij zult afgebogen hebben
hij zal afgebogen hebben
wij zullen afgebogen hebben
jullie zullen afgebogen hebben
zij zullen afgebogen hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou afbuigen
jij zou afbuigen
hij zou afbuigen
wij zouden afbuigen
jullie zouden afbuigen
zij zouden afbuigen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou afgebogen hebben
jij zou afgebogen hebben
hij zou afgebogen hebben
wij zouden afgebogen hebben
jullie zouden afgebogen hebben
zij zouden afgebogen hebben

Gebiedende wijs
buig af

Aanvoegende wijs
afbuige

Voorbeelden

  1. Buig af naar San Juan.
    Redirect us to San Juan.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden