Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: afbekken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
afgebekt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik bek af
jij bekt af
hij bekt af
wij bekken af
jullie bekken af
zij bekken af

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik afbek
dat jij afbekt
dat hij afbekt
dat wij afbekken
dat jullie afbekken
dat zij afbekken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb afgebekt
jij hebt afgebekt
hij heeft afgebekt
wij hebben afgebekt
jullie hebben afgebekt
zij hebben afgebekt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik bekte af
jij bekte af
hij bekte af
wij bekten af
jullie bekten af
zij bekten af

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik afbekte
dat jij afbekte
dat hij afbekte
dat wij afbekten
dat jullie afbekten
dat zij afbekten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had afgebekt
jij had afgebekt
hij had afgebekt
wij hadden afgebekt
jullie hadden afgebekt
zij hadden afgebekt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal afbekken
jij zult afbekken
hij zal afbekken
wij zullen afbekken
jullie zullen afbekken
zij zullen afbekken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal afgebekt hebben
jij zult afgebekt hebben
hij zal afgebekt hebben
wij zullen afgebekt hebben
jullie zullen afgebekt hebben
zij zullen afgebekt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou afbekken
jij zou afbekken
hij zou afbekken
wij zouden afbekken
jullie zouden afbekken
zij zouden afbekken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou afgebekt hebben
jij zou afgebekt hebben
hij zou afgebekt hebben
wij zouden afgebekt hebben
jullie zouden afgebekt hebben
zij zouden afgebekt hebben

Gebiedende wijs
bek af

Aanvoegende wijs
afbekke

Voorbeelden

  1. Sorry, ik ben bek af.
    I 'm sorry, I 'm wiped out.
  2. Ik ben bek af, ik zweet me rot!
    I 'm knackered, I 'm sweat-dripping!
  3. Ik kan je nog 20 sec afbekken.
    I have 20 seconds left to yell at you.
  4. Wat matrozen afbekken of tijd doorbrengen met m' n dochter?
    Dressing down a couple of sailors or spending time with my daughter?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden