Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: adouceren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geadouceerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik adouceer
jij adouceert
hij adouceert
wij adouceren
jullie adouceren
zij adouceren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geadouceerd
jij hebt geadouceerd
hij heeft geadouceerd
wij hebben geadouceerd
jullie hebben geadouceerd
zij hebben geadouceerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik adouceerde
jij adouceerde
hij adouceerde
wij adouceerden
jullie adouceerden
zij adouceerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geadouceerd
jij had geadouceerd
hij had geadouceerd
wij hadden geadouceerd
jullie hadden geadouceerd
zij hadden geadouceerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal adouceren
jij zult adouceren
hij zal adouceren
wij zullen adouceren
jullie zullen adouceren
zij zullen adouceren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geadouceerd hebben
jij zult geadouceerd hebben
hij zal geadouceerd hebben
wij zullen geadouceerd hebben
jullie zullen geadouceerd hebben
zij zullen geadouceerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou adouceren
jij zou adouceren
hij zou adouceren
wij zouden adouceren
jullie zouden adouceren
zij zouden adouceren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geadouceerd hebben
jij zou geadouceerd hebben
hij zou geadouceerd hebben
wij zouden geadouceerd hebben
jullie zouden geadouceerd hebben
zij zouden geadouceerd hebben

Gebiedende wijs
adouceer

Aanvoegende wijs
adoucere

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden