NL: adoreren U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
| Voltooid deelwoord |
geadoreerd
|
| Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik adoreer jij adoreert hij adoreert wij adoreren jullie adoreren zij adoreren
|
| Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb geadoreerd jij hebt geadoreerd hij heeft geadoreerd wij hebben geadoreerd jullie hebben geadoreerd zij hebben geadoreerd
|
| Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik adoreerde jij adoreerde hij adoreerde wij adoreerden jullie adoreerden zij adoreerden
|
| Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had geadoreerd jij had geadoreerd hij had geadoreerd wij hadden geadoreerd jullie hadden geadoreerd zij hadden geadoreerd
|
| Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal adoreren jij zult adoreren hij zal adoreren wij zullen adoreren jullie zullen adoreren zij zullen adoreren
|
| Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal geadoreerd hebben jij zult geadoreerd hebben hij zal geadoreerd hebben wij zullen geadoreerd hebben jullie zullen geadoreerd hebben zij zullen geadoreerd hebben
|
| Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou adoreren jij zou adoreren hij zou adoreren wij zouden adoreren jullie zouden adoreren zij zouden adoreren
|
| Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou geadoreerd hebben jij zou geadoreerd hebben hij zou geadoreerd hebben wij zouden geadoreerd hebben jullie zouden geadoreerd hebben zij zouden geadoreerd hebben
|
| Gebiedende wijs |
adoreer
|
| Aanvoegende wijs |
| adorere |