Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: admitteren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geadmitteerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik admitteer
jij admitteert
hij admitteert
wij admitteren
jullie admitteren
zij admitteren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geadmitteerd
jij hebt geadmitteerd
hij heeft geadmitteerd
wij hebben geadmitteerd
jullie hebben geadmitteerd
zij hebben geadmitteerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik admitteerde
jij admitteerde
hij admitteerde
wij admitteerden
jullie admitteerden
zij admitteerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geadmitteerd
jij had geadmitteerd
hij had geadmitteerd
wij hadden geadmitteerd
jullie hadden geadmitteerd
zij hadden geadmitteerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal admitteren
jij zult admitteren
hij zal admitteren
wij zullen admitteren
jullie zullen admitteren
zij zullen admitteren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geadmitteerd hebben
jij zult geadmitteerd hebben
hij zal geadmitteerd hebben
wij zullen geadmitteerd hebben
jullie zullen geadmitteerd hebben
zij zullen geadmitteerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou admitteren
jij zou admitteren
hij zou admitteren
wij zouden admitteren
jullie zouden admitteren
zij zouden admitteren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geadmitteerd hebben
jij zou geadmitteerd hebben
hij zou geadmitteerd hebben
wij zouden geadmitteerd hebben
jullie zouden geadmitteerd hebben
zij zouden geadmitteerd hebben

Gebiedende wijs
admitteer

Aanvoegende wijs
admittere

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden