Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: ademhalen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
ademgehaald

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik haal adem
jij haalt adem
hij haalt adem
wij halen adem
jullie halen adem
zij halen adem

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik ademhaal
dat jij ademhaalt
dat hij ademhaalt
dat wij ademhalen
dat jullie ademhalen
dat zij ademhalen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb ademgehaald
jij hebt ademgehaald
hij heeft ademgehaald
wij hebben ademgehaald
jullie hebben ademgehaald
zij hebben ademgehaald

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik haalde adem
jij haalde adem
hij haalde adem
wij haalden adem
jullie haalden adem
zij haalden adem

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik ademhaalde
dat jij ademhaalde
dat hij ademhaalde
dat wij ademhaalden
dat jullie ademhaalden
dat zij ademhaalden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had ademgehaald
jij had ademgehaald
hij had ademgehaald
wij hadden ademgehaald
jullie hadden ademgehaald
zij hadden ademgehaald

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal ademhalen
jij zult ademhalen
hij zal ademhalen
wij zullen ademhalen
jullie zullen ademhalen
zij zullen ademhalen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal ademgehaald hebben
jij zult ademgehaald hebben
hij zal ademgehaald hebben
wij zullen ademgehaald hebben
jullie zullen ademgehaald hebben
zij zullen ademgehaald hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou ademhalen
jij zou ademhalen
hij zou ademhalen
wij zouden ademhalen
jullie zouden ademhalen
zij zouden ademhalen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou ademgehaald hebben
jij zou ademgehaald hebben
hij zou ademgehaald hebben
wij zouden ademgehaald hebben
jullie zouden ademgehaald hebben
zij zouden ademgehaald hebben

Gebiedende wijs
haal adem

Aanvoegende wijs
ademhale

Voorbeelden

  1. Haal adem, knul, haal adem.
    Breathe, brother, breathe.
  2. Haal adem, Charlie, haal adem.
    Breathe, Charlie, breathe.
  3. Haal adem, mafkees.
    Inhale, you freak.
  4. Haal adem, Pauline.
    Breathe, Pauline.
  5. Haal adem, verdorie.
    Breathe, damn it.
  6. Benji, haal adem.
    Benji, just breathe!
  7. Haal adem, generaal.
    Breathe, General.
  8. Haal adem, Veronica.
    Breathe, Veronica.
  9. Carter, haal adem.
    Carter, take a breath.
  10. Haal adem, allemaal.
    Take a breath, everybody.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden