NL: acquireren U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
Voltooid deelwoord |
geacquireerd
|
Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik acquireer jij acquireert hij acquireert wij acquireren jullie acquireren zij acquireren
|
Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb geacquireerd jij hebt geacquireerd hij heeft geacquireerd wij hebben geacquireerd jullie hebben geacquireerd zij hebben geacquireerd
|
Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik acquireerde jij acquireerde hij acquireerde wij acquireerden jullie acquireerden zij acquireerden
|
Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had geacquireerd jij had geacquireerd hij had geacquireerd wij hadden geacquireerd jullie hadden geacquireerd zij hadden geacquireerd
|
Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal acquireren jij zult acquireren hij zal acquireren wij zullen acquireren jullie zullen acquireren zij zullen acquireren
|
Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal geacquireerd hebben jij zult geacquireerd hebben hij zal geacquireerd hebben wij zullen geacquireerd hebben jullie zullen geacquireerd hebben zij zullen geacquireerd hebben
|
Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou acquireren jij zou acquireren hij zou acquireren wij zouden acquireren jullie zouden acquireren zij zouden acquireren
|
Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou geacquireerd hebben jij zou geacquireerd hebben hij zou geacquireerd hebben wij zouden geacquireerd hebben jullie zouden geacquireerd hebben zij zouden geacquireerd hebben
|
Gebiedende wijs |
acquireer
|
Aanvoegende wijs |
acquirere |