Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: accrediteren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geaccrediteerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik accrediteer
jij accrediteert
hij accrediteert
wij accrediteren
jullie accrediteren
zij accrediteren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geaccrediteerd
jij hebt geaccrediteerd
hij heeft geaccrediteerd
wij hebben geaccrediteerd
jullie hebben geaccrediteerd
zij hebben geaccrediteerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik accrediteerde
jij accrediteerde
hij accrediteerde
wij accrediteerden
jullie accrediteerden
zij accrediteerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geaccrediteerd
jij had geaccrediteerd
hij had geaccrediteerd
wij hadden geaccrediteerd
jullie hadden geaccrediteerd
zij hadden geaccrediteerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal accrediteren
jij zult accrediteren
hij zal accrediteren
wij zullen accrediteren
jullie zullen accrediteren
zij zullen accrediteren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geaccrediteerd hebben
jij zult geaccrediteerd hebben
hij zal geaccrediteerd hebben
wij zullen geaccrediteerd hebben
jullie zullen geaccrediteerd hebben
zij zullen geaccrediteerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou accrediteren
jij zou accrediteren
hij zou accrediteren
wij zouden accrediteren
jullie zouden accrediteren
zij zouden accrediteren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geaccrediteerd hebben
jij zou geaccrediteerd hebben
hij zou geaccrediteerd hebben
wij zouden geaccrediteerd hebben
jullie zouden geaccrediteerd hebben
zij zouden geaccrediteerd hebben

Gebiedende wijs
accrediteer

Aanvoegende wijs
accreditere

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden