Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: accepteren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geaccepteerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik accepteer
jij accepteert
hij accepteert
wij accepteren
jullie accepteren
zij accepteren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geaccepteerd
jij hebt geaccepteerd
hij heeft geaccepteerd
wij hebben geaccepteerd
jullie hebben geaccepteerd
zij hebben geaccepteerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik accepteerde
jij accepteerde
hij accepteerde
wij accepteerden
jullie accepteerden
zij accepteerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geaccepteerd
jij had geaccepteerd
hij had geaccepteerd
wij hadden geaccepteerd
jullie hadden geaccepteerd
zij hadden geaccepteerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal accepteren
jij zult accepteren
hij zal accepteren
wij zullen accepteren
jullie zullen accepteren
zij zullen accepteren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geaccepteerd hebben
jij zult geaccepteerd hebben
hij zal geaccepteerd hebben
wij zullen geaccepteerd hebben
jullie zullen geaccepteerd hebben
zij zullen geaccepteerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou accepteren
jij zou accepteren
hij zou accepteren
wij zouden accepteren
jullie zouden accepteren
zij zouden accepteren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geaccepteerd hebben
jij zou geaccepteerd hebben
hij zou geaccepteerd hebben
wij zouden geaccepteerd hebben
jullie zouden geaccepteerd hebben
zij zouden geaccepteerd hebben

Gebiedende wijs
accepteer

Aanvoegende wijs
acceptere

Voorbeelden

  1. Dus accepteer het.
    So just... just take it.
  2. Accepteer het verdrag...
    Accept the treaty...
  3. Ik accepteer het.
    I 'm dealing with it.
  4. Accepteer geen nee.
    Don 't take no for an answer.
  5. Nu, accepteer het.
    Now, let 's face it.
  6. Nou, ik accepteer.
    Well, I am accepting.
  7. Accepteer je cheques?
    Do you take checks?
  8. Dat accepteer ik.
    Condition accepted.
  9. Dat accepteer ik.
    I 'd accepted that.
  10. Dat accepteer ik.
    And I accept that.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden