Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to abide    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
abiding

Present simple (ott)
I abide
you abide
he abides
we abide
you abide
they abide

Present perfect (vtt)
I have abode
you have abode
he has abode
we have abode
you have abode
they have abode

Past Simple (ovt)
I abode
you abode
he abode
we abode
you abode
they abode

Past perfect (vvt)
I had abode
you had abode
he had abode
we had abode
you had abode
they had abode

Present future (ottt)
I will abide
you will abide
he will abide
we will abide
you will abide
they will abide

Present future perfect (vttt)
I will have abode
you will have abode
he will have abode
we will have abode
you will have abode
they will have abode

Past future (ovtt)
I would abide
you would abide
he would abide
we would abide
you would abide
they would abide

Past future perfect (vvtt)
I would have abode
you would have abode
he would have abode
we would have abode
you would have abode
they would have abode


Voorbeelden

  1. Them, I cannot abide.
    Hen, kan ik niet verdragen.
  2. Lord, with me abide
    Here, blijf bij mij
  3. Libby, I cannot abide it.
    Libby, ik kan dat niet toestaan.
  4. Can 't abide demanding poochies.
    Ik luister niet naar bazige sletten.
  5. I couldn 't abide it.
    Ik kon er niet tegen.
  6. Well, you needn 't abide.
    Nou, je hoeft niet te blijven.
  7. I can 't abide it.
    Dat kan ik niet dulden.
  8. People abide by her judgments.
    De mensen volgen haar raadgevingen.
  9. I will not abide it.
    Ik zal het niet verdragen.
  10. She cannot abide Dr Choake.
    Ze kan Dr Choake niet verdragen.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden