Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: abhorreren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geabhorreerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik abhorreer
jij abhorreert
hij abhorreert
wij abhorreren
jullie abhorreren
zij abhorreren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geabhorreerd
jij hebt geabhorreerd
hij heeft geabhorreerd
wij hebben geabhorreerd
jullie hebben geabhorreerd
zij hebben geabhorreerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik abhorreerde
jij abhorreerde
hij abhorreerde
wij abhorreerden
jullie abhorreerden
zij abhorreerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geabhorreerd
jij had geabhorreerd
hij had geabhorreerd
wij hadden geabhorreerd
jullie hadden geabhorreerd
zij hadden geabhorreerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal abhorreren
jij zult abhorreren
hij zal abhorreren
wij zullen abhorreren
jullie zullen abhorreren
zij zullen abhorreren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geabhorreerd hebben
jij zult geabhorreerd hebben
hij zal geabhorreerd hebben
wij zullen geabhorreerd hebben
jullie zullen geabhorreerd hebben
zij zullen geabhorreerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou abhorreren
jij zou abhorreren
hij zou abhorreren
wij zouden abhorreren
jullie zouden abhorreren
zij zouden abhorreren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geabhorreerd hebben
jij zou geabhorreerd hebben
hij zou geabhorreerd hebben
wij zouden geabhorreerd hebben
jullie zouden geabhorreerd hebben
zij zouden geabhorreerd hebben

Gebiedende wijs
abhorreer

Aanvoegende wijs
abhorrere

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden