Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: aanwinnen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
aangewonnen

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik win aan
jij wint aan
hij wint aan
wij winnen aan
jullie winnen aan
zij winnen aan

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik aanwin
dat jij aanwint
dat hij aanwint
dat wij aanwinnen
dat jullie aanwinnen
dat zij aanwinnen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb aangewonnen
jij hebt aangewonnen
hij heeft aangewonnen
wij hebben aangewonnen
jullie hebben aangewonnen
zij hebben aangewonnen

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik won aan
jij won aan
hij won aan
wij wonnen aan
jullie wonnen aan
zij wonnen aan

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik aanwon
dat jij aanwon
dat hij aanwon
dat wij aanwonnen
dat jullie aanwonnen
dat zij aanwonnen

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had aangewonnen
jij had aangewonnen
hij had aangewonnen
wij hadden aangewonnen
jullie hadden aangewonnen
zij hadden aangewonnen

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal aanwinnen
jij zult aanwinnen
hij zal aanwinnen
wij zullen aanwinnen
jullie zullen aanwinnen
zij zullen aanwinnen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal aangewonnen hebben
jij zult aangewonnen hebben
hij zal aangewonnen hebben
wij zullen aangewonnen hebben
jullie zullen aangewonnen hebben
zij zullen aangewonnen hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou aanwinnen
jij zou aanwinnen
hij zou aanwinnen
wij zouden aanwinnen
jullie zouden aanwinnen
zij zouden aanwinnen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou aangewonnen hebben
jij zou aangewonnen hebben
hij zou aangewonnen hebben
wij zouden aangewonnen hebben
jullie zouden aangewonnen hebben
zij zouden aangewonnen hebben

Gebiedende wijs
win aan

Aanvoegende wijs
aanwinne

Voorbeelden

  1. Oh, maak je geen zorgen, ik geef alles dat ik win aan de kerk.
    Oh, don 't worry, me going to give all me winnings to the church.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden