Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: aanwerven

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
aangeworven

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik werf aan
jij werft aan
hij werft aan
wij werven aan
jullie werven aan
zij werven aan

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik aanwerf
dat jij aanwerft
dat hij aanwerft
dat wij aanwerven
dat jullie aanwerven
dat zij aanwerven

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb aangeworven
jij hebt aangeworven
hij heeft aangeworven
wij hebben aangeworven
jullie hebben aangeworven
zij hebben aangeworven

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik wierf aan
jij wierf aan
hij wierf aan
wij wierven aan
jullie wierven aan
zij wierven aan

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik aanwierf
dat jij aanwierf
dat hij aanwierf
dat wij aanwierven
dat jullie aanwierven
dat zij aanwierven

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had aangeworven
jij had aangeworven
hij had aangeworven
wij hadden aangeworven
jullie hadden aangeworven
zij hadden aangeworven

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal aanwerven
jij zult aanwerven
hij zal aanwerven
wij zullen aanwerven
jullie zullen aanwerven
zij zullen aanwerven

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal aangeworven hebben
jij zult aangeworven hebben
hij zal aangeworven hebben
wij zullen aangeworven hebben
jullie zullen aangeworven hebben
zij zullen aangeworven hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou aanwerven
jij zou aanwerven
hij zou aanwerven
wij zouden aanwerven
jullie zouden aanwerven
zij zouden aanwerven

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou aangeworven hebben
jij zou aangeworven hebben
hij zou aangeworven hebben
wij zouden aangeworven hebben
jullie zouden aangeworven hebben
zij zouden aangeworven hebben

Gebiedende wijs
werf aan

Aanvoegende wijs
aanwerve

Voorbeelden

  1. Verkoop de werf aan mij.
    Sell me the boatyard.
  2. Ik laat de werf aan Duncan Elliot.
    I 'm gonna let Duncan Elliot have the yard.
  3. Ze zijn de werf aan het stampen.
    They 're stomping the yard.
  4. Hij is op de werf, aan Canal en Hayward.
    He 's at the boatyard, Canal and Hayward.
  5. We gaan het gebruiken om de werf aan de dokken in Boston te kopen.
    We 'll use it to buy the wharf at Boston docks.
  6. En toen gingen ze terug naar de werf... aan boord van schepen vol stenen.
    And they returned to the construction site aboard ships loaded with stones.
  7. Ik heb er een zover dat hij toegeeft dat de werf aan het water ligt.
    I 've almost got one of them ready to swear that the docks are actually near the water.
  8. Ze willen mensen aanwerven.
    They want to recruit.
  9. Kon Arshad hen beiden aanwerven?
    Could Arshad have employed them both?
  10. Maar mij zullen ze niet aanwerven.
    They 're not recruiting me.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden