Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: aanwenden

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
aangewend

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik wend aan
jij wendt aan
hij wendt aan
wij wenden aan
jullie wenden aan
zij wenden aan

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik aanwend
dat jij aanwendt
dat hij aanwendt
dat wij aanwenden
dat jullie aanwenden
dat zij aanwenden

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb aangewend
jij hebt aangewend
hij heeft aangewend
wij hebben aangewend
jullie hebben aangewend
zij hebben aangewend

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik wendde aan
jij wendde aan
hij wendde aan
wij wendden aan
jullie wendden aan
zij wendden aan

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik aanwendde
dat jij aanwendde
dat hij aanwendde
dat wij aanwendden
dat jullie aanwendden
dat zij aanwendden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had aangewend
jij had aangewend
hij had aangewend
wij hadden aangewend
jullie hadden aangewend
zij hadden aangewend

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal aanwenden
jij zult aanwenden
hij zal aanwenden
wij zullen aanwenden
jullie zullen aanwenden
zij zullen aanwenden

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal aangewend hebben
jij zult aangewend hebben
hij zal aangewend hebben
wij zullen aangewend hebben
jullie zullen aangewend hebben
zij zullen aangewend hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou aanwenden
jij zou aanwenden
hij zou aanwenden
wij zouden aanwenden
jullie zouden aanwenden
zij zouden aanwenden

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou aangewend hebben
jij zou aangewend hebben
hij zou aangewend hebben
wij zouden aangewend hebben
jullie zouden aangewend hebben
zij zouden aangewend hebben

Gebiedende wijs
wend aan

Aanvoegende wijs
aanwende

Voorbeelden

  1. En de genezende werking ervan aanwenden.
    Not to mention the possibility of harnessing its power to heal.
  2. Ze wil zijn macht aanwenden voor het kwaad.
    She wants to use his power for evil.
  3. De Grootmeester wilde haar kracht begrijpen en aanwenden.
    The Grand Master was determine to understand and harmless his power.
  4. De Asgard kunnen de straal in de ruimte aanwenden.
    The Asgard have developed a system of satellites that deploy the beam in space.
  5. Er zijn er die deze macht verkeerd zouden aanwenden.
    There are those who would use this power for their own purposes.
  6. Laat hem z' n autoriteit aanwenden en de zaak oplossen.
    Get him to flash some badge and turn this thing around.
  7. We zouden onze middelen niet aanwenden om' n oorlog te winnen.
    You said that we could not and would not devote the resources to win a war.
  8. En dit talent kun je aanwenden om alles uit te vinden.
    And this talent can be applied to finding anything.
  9. Het zijn instructies hoe je met de steen de macht der goden kunt aanwenden.
    It contained instructions for how to use the stone to access the power of the gods.
  10. Maar het goede nieuws is dat je slechte gevoelens kunt aanwenden voor goede acties.
    But the good news is bad feelings can be harnessed into good actions.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden