Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: aanvetten

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
aangevet

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik vet aan
jij vet aan
hij vet aan
wij vetten aan
jullie vetten aan
zij vetten aan

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik aanvet
dat jij aanvet
dat hij aanvet
dat wij aanvetten
dat jullie aanvetten
dat zij aanvetten

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb aangevet
jij hebt aangevet
hij heeft aangevet
wij hebben aangevet
jullie hebben aangevet
zij hebben aangevet

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik vette aan
jij vette aan
hij vette aan
wij vetten aan
jullie vetten aan
zij vetten aan

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik aanvette
dat jij aanvette
dat hij aanvette
dat wij aanvetten
dat jullie aanvetten
dat zij aanvetten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had aangevet
jij had aangevet
hij had aangevet
wij hadden aangevet
jullie hadden aangevet
zij hadden aangevet

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal aanvetten
jij zult aanvetten
hij zal aanvetten
wij zullen aanvetten
jullie zullen aanvetten
zij zullen aanvetten

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal aangevet hebben
jij zult aangevet hebben
hij zal aangevet hebben
wij zullen aangevet hebben
jullie zullen aangevet hebben
zij zullen aangevet hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou aanvetten
jij zou aanvetten
hij zou aanvetten
wij zouden aanvetten
jullie zouden aanvetten
zij zouden aanvetten

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou aangevet hebben
jij zou aangevet hebben
hij zou aangevet hebben
wij zouden aangevet hebben
jullie zouden aangevet hebben
zij zouden aangevet hebben

Gebiedende wijs
vet aan

Aanvoegende wijs
aanvette

Voorbeelden

  1. Hij heeft er vet aan verdiend.
    He made a lot of money doing it too.
  2. En daar ga ik vet aan verdienen.
    And this life is going to pay me plenty.
  3. Nu, Het trekt vet aan, dat gedeelte is waar.
    Well, it certainly attracts them, that part 's true.
  4. Mam heeft al het sap er uitgeperst, zo krijg ik geen vet aan mijn handen.
    But Mom squeezed the juice out, so I wouldn 't get my hands all greasy.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden