Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: aanvegen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
aangeveegd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik veeg aan
jij veegt aan
hij veegt aan
wij vegen aan
jullie vegen aan
zij vegen aan

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik aanveeg
dat jij aanveegt
dat hij aanveegt
dat wij aanvegen
dat jullie aanvegen
dat zij aanvegen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb aangeveegd
jij hebt aangeveegd
hij heeft aangeveegd
wij hebben aangeveegd
jullie hebben aangeveegd
zij hebben aangeveegd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik veegde aan
jij veegde aan
hij veegde aan
wij veegden aan
jullie veegden aan
zij veegden aan

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik aanveegde
dat jij aanveegde
dat hij aanveegde
dat wij aanveegden
dat jullie aanveegden
dat zij aanveegden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had aangeveegd
jij had aangeveegd
hij had aangeveegd
wij hadden aangeveegd
jullie hadden aangeveegd
zij hadden aangeveegd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal aanvegen
jij zult aanvegen
hij zal aanvegen
wij zullen aanvegen
jullie zullen aanvegen
zij zullen aanvegen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal aangeveegd hebben
jij zult aangeveegd hebben
hij zal aangeveegd hebben
wij zullen aangeveegd hebben
jullie zullen aangeveegd hebben
zij zullen aangeveegd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou aanvegen
jij zou aanvegen
hij zou aanvegen
wij zouden aanvegen
jullie zouden aanvegen
zij zouden aanvegen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou aangeveegd hebben
jij zou aangeveegd hebben
hij zou aangeveegd hebben
wij zouden aangeveegd hebben
jullie zouden aangeveegd hebben
zij zouden aangeveegd hebben

Gebiedende wijs
veeg aan

Aanvoegende wijs
aanvege

Voorbeelden

  1. Zelfs Josh kan de vloer met mij aanvegen.
    Even Josh could wipe the floors with me.
  2. Ik zou de vloer moeten aanvegen met je kont.
    I should wipe this floor with your ass.
  3. Earl the Pearl zou de vloer aanvegen met John Stark.
    Earl the Pearl would blow John Stark out of the Garden.
  4. De vloer aanvegen in de postkamer van The Irish Times.
    Sweeping the floor of the post room at the Irish Times.
  5. Ik kan' n theorie lanceren waarmee je de vloer gaat aanvegen.
    I might venture a theory at which you 're sure to hoot.
  6. Moet je het voetbalstadion niet aanvegen met dat dikke lijf van je?
    Shouldn 't you be hovering over the football stadium with Goodyear written on you?
  7. Ik zou de vloer met je aanvegen als we Boggle zouden spelen.
    I 'd wipe the floor with you if we played Boggle.
  8. Als ik iemand verantwoordelijk kon houden, zou Ik de vloer aanvegen met hem.
    If I could hold someone responsible, I 'd wipe the floor with him.
  9. Ik zei dat Theta Nu Theta de vloer gaat aanvegen met Mu Gamma.
    I was saying Theta Nu Theta is gonna wipe the floor with Mu Gamma.
  10. Net als de Cal Bear fans doen als de Hoyas de vloer met ze aanvegen.
    Just like the Cal Bear fans will be doing after the Hoyas mop the floor with them.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden