Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: aanvangen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
aangevangen

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik vang aan
jij vangt aan
hij vangt aan
wij vangen aan
jullie vangen aan
zij vangen aan

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik aanvang
dat jij aanvangt
dat hij aanvangt
dat wij aanvangen
dat jullie aanvangen
dat zij aanvangen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb aangevangen
jij hebt aangevangen
hij heeft aangevangen
wij hebben aangevangen
jullie hebben aangevangen
zij hebben aangevangen

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik ving aan
jij ving aan
hij ving aan
wij vingen aan
jullie vingen aan
zij vingen aan

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik aanving
dat jij aanving
dat hij aanving
dat wij aanvingen
dat jullie aanvingen
dat zij aanvingen

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had aangevangen
jij had aangevangen
hij had aangevangen
wij hadden aangevangen
jullie hadden aangevangen
zij hadden aangevangen

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal aanvangen
jij zult aanvangen
hij zal aanvangen
wij zullen aanvangen
jullie zullen aanvangen
zij zullen aanvangen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal aangevangen hebben
jij zult aangevangen hebben
hij zal aangevangen hebben
wij zullen aangevangen hebben
jullie zullen aangevangen hebben
zij zullen aangevangen hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou aanvangen
jij zou aanvangen
hij zou aanvangen
wij zouden aanvangen
jullie zouden aanvangen
zij zouden aanvangen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou aangevangen hebben
jij zou aangevangen hebben
hij zou aangevangen hebben
wij zouden aangevangen hebben
jullie zouden aangevangen hebben
zij zouden aangevangen hebben

Gebiedende wijs
vang aan

Aanvoegende wijs
aanvange

Voorbeelden

  1. aanvangen (zweefvliegen)
    begin operations
  2. Laat' t drinken aanvangen.
    Let the drinking commence!
  3. Aanvangen bombarderen van Skynet.
    Commence bombing of Skynet.
  4. Wat kan ik daarmee aanvangen?
    What can I do with that?
  5. Laatste vraag voor we aanvangen.
    Last question before we start.
  6. Wat wil je daar mee aanvangen?
    What will you do with all this?
  7. Wat moet ik met jullie aanvangen?
    What should I do with you?
  8. Wat moet ik met je aanvangen?
    What am I going to do with you? Hmm?
  9. Wat moet ik met je aanvangen?
    What am I gonna do with you?
  10. Zie wat je ermee kunt aanvangen.
    And see what you can do with it.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden